De straat
De straat waar ik terecht kwam
door toedoen van gebeurtenissen buiten mijn wil,
heeft mij met warmte in zich opgenomen.
De keerzijde staat aan de overkant.
Daar huisde tot voor kort
het slag dat nooit moeite heeft gedaan
om sympathiek te lijken,
behept met een vreemd soort wellust… macht.
Dat slag trok naar andere oordenen
en ging tenslotte aan zichzelf ten onder.
Vandaag woont daar, even afstandelijk,
het slag dat het betalen kan.
Het geeft de straat een apart sfeertje
met aan de ene kant ‘het volk’
en aan de andere kant, de hogere middenklasse,
midden in zichzelf gekeerd.
Links de E-bike generatie,
rechts het dure firmawagenpark
waar burn-out binnenkamers geblust wordt
en de straat de schone schijn ophoudt.
uit: Met haken en mooie ogen (gedichten 2016-2020)